De top

De top

Juli 2017

 

Voorpret

Sinds de start van onze reis naar Rome hebben zuslief en ik al heel wat kilometers in de benen. Gemiddeld 7 loopdagen en we zijn 7 jaren verder. Ofwel, pak 'n beet,  1,5 maand. We overnachten in hotels en b&b’s en, luxe lopers als wij zijn, bestellen een taxi voor onze bagage. “Alleen de bagage? En jullie dan?”. “Wij gaan er lopend heen”. Het ongeloof, het is bijna verslavend.

In februari/maart start het uitstippelen van de etappes op de computer en het maken van reserveringen. In de route-app, die we Els zijn gaan noemen, kan ik dan precies zien waar we lopen. Verdwalen kan nu echt niet meer. Heerlijk, die voorpret. Dit jaar vertrekken we met de trein naar Martigny en vliegen terug vanaf Turijn.

 

Vier uur

Vandaag, 28 juli 2017, klimmen we Zwitserland uit naar het einddoel van vandaag, de Sint-Bernardpas op 2478 m, tevens de grens met Italie. De hotelier van Bourg St. Pierre zal onze bagage op de postbus zetten en de chauffeur van de bus zorgt voor aflevering bij het klooster op de pas. Prima geregeld! Wat de kosten zijn horen we morgen bij de Auberge de l’Hospice.

De etappe is ‘maar’ 15,5 km en we zullen bijna 900 meter stijgen. Het is erg warm, dat zal het zwaar maken. Volgens de bewegwijzering moet het in 4 uur te doen zijn. Misschien voor lokalo’s, maar ik vermoed dat wij er langer over gaan doen. Het eerste deel van de route lopen we keurig de door mij uitgestippelde route over goede bergpaden. Het stijgt maar geleidelijk. Dat belooft een geniepig staartje.

Op papier lokt ons halverwege een koffiemoment, maar in de praktijk blijkt het een bouwval. Het restaurant kende waarschijnlijk zijn hoogtijdagen voor de opening van de Sint-Bernardtunnel. Wanneer we de teleurstelling hebben verwerkt, besluiten we om de oude weg naar de pas te nemen. Alleen toeristen rijden er en het stijgt altijd gelijkmatiger dan het pad door de bergen.

 

Water

Het is zwaar. De combinatie van steeds stijgen, de volle zon en, niet onbelangrijk, de wetenschap dat we eigenlijk met te weinig water vertrokken zijn. Achteraf durven we aan elkaar toe te geven dat we bijna op het punt hebben gestaan om een auto aan te houden.

We zijn dan ook euforisch als we na 5 uur het klooster in zicht krijgen. Het is weer gelukt! Al 1000 jaar worden hier passanten opgevangen. En we zijn even stil als we horen dat in de pre-telefoon-tijd er twee kloosterlingen dagelijks de berg afdaalden om de communicatie te onderhouden met het dorp. Zomer en winter, weer of geen weer. De ene naar Zwitserland en de ander daalde af Italië in. De sint-bernardshonden zijn er alleen nog voor de toeristen.

Nadat we ons hebben opgefrist bezoeken we de kerk en de stilteruimte. Echte pelgrims zijn we niet, maar deze rust doet iedereen goed. Rond 18.00 uur zijn de dagjes-mensen vertrokken en wordt het ook stil op de pas. Vanaf morgen zullen ook wij als pelgrims de Via Francigena naar Rome gaan volgen. Nog zo"n 1000 km te gaan.