Frans ontbijt

Frans ontbijt

Mei 2015.

 

Ons zullen ze niet meer verrassen. Dit wordt het derde jaar Frankrijk. En hoewel de Fransen bekend staan om hun heerlijke keuken, kan dat niet gezegd worden van hun ontbijt. Een wandelaar moet kunnen starten op een goed ontbijt. Dat hoeft niet direct een ‘full-English-breakfast’ te zijn, maar alleen een croissant met koffie is wel erg mager. In onze rugzak hebben we nu reserve-rantsoen ingepakt, in de vorm van roggebrood en Vache qui Rit (jaja!) uit Nederland. Vinden we een alimentation dan slaan we stokbrood met camembert in voor een lunch.

230 Kilometer zullen we lopen. De GR5 hebben we verlaten en we volgen nu een eigen, met Runkeeper, uitgezette route. Zo ongeveer zoals de bisschop van Canterbury naar Rome gelopen zou zijn. In negen loopdagen van Epinal naar onze laatste stop voor de Zwitserse grens, Pontalier.

Het is een nat en koud voorjaar. De afstanden per dag schommelen tussen de 25 en 30 km, lange dagen dus. Manlief brengt dit jaar onze koffers van a naar b. Samen met een vriend maakt hij er een kampeervakantie van. Ontzettend lief natuurlijk maar ik vermoed dat hij zich verkijkt op de tijd die er gemoeid is met het verplaatsen van onze koffers. En ik kan al verklappen dat hij het nooit meer heeft aangeboden.

 

Het is alweer onze zesde wandeldag, zwaar bewolkt en het regent. De voorspellingen zeggen dat het zo de hele dag zal blijven. Een zware dag van 26 km en we kiezen de snelste route over de weg. De heren van de 15de eeuwse B&B zwaaien ons uit maar gaan snel weer naar binnen. Na een uur lopen zijn we doorweekt en soppen we in onze schoenen. Tegen zoveel regen is weinig regenkleding bestand. Wanneer we zo’n 8 km hebben afgelegd, stopt een auto. De chauffeur vindt ons zo sneu en biedt ons een ritje aan. Zuslief slaat het aanbod direct af met de verklaring dat we naar Rome lópen. Ogen op steeltjes van ongeloof. Was ik alleen geweest had ik het ritje dankbaar aanvaard.

 

Moe en kletsnat, wacht ons aan het eind nog een verrassing. Manlief belt. Hij staat met onze bagage bij ons overnachtingsadres maar het is gesloten en opent pas om 17.00 uur. Bijna twee uur wachten, met dit weer! Zuslief en ik besluiten om het eerste het beste hotel in het stadje binnen te lopen en daar een kamer te nemen. De dubbele overnachtingskosten nemen we op de koop toe. We zijn het zat voor vandaag. Behoefte aan een warme douche, droge kleren en een wijntje. We hebben mazzel. Hotel Bambi is onze redding. Snel manlief hierheen dirigeren met ons droge goed en het andere adres annuleren. Zittend aan een glaasje wijn kunnen we nog bergen verzetten!