Dieren onderweg

Dieren onderweg

Mei 2010.

 

Het moet net zijn gebeurd. Het paard staat stil, afgewend. Zijn kop (sorry: zijn hoofd) hangt. Het voelt, het weet. Het doet dan ook geen moeite het veulen op zijn poten (sorry: benen) te duwen. De placenta is nog fel rood. In geen velden of wegen een boerderij of huis te bekennen. Is het veulen te vroeg geboren? Een eigenaar laat een zwanger paard toch niet zomaar alleen in de wei als hij het vermoeden heeft dat de geboorte aanstaande is?

Wij kunnen niets doen en hervatten, even wat stiller, ons pad naar Visé.

 

Twee dagen later zijn we op weg van Spa naar Stavelot. Het is prachtig wandelweer met een zacht lente-zonnetje. We zijn nog maar net onderweg als een hond zich bij ons aansluit. De vrolijke border-collie rent voor ons uit, wacht regelmatig tot we weer in zicht zijn en rent weer weg. Hij weet blijkbaar welke pad we lopen. Na twee uur beginnen we ons toch wel zorgen te maken. Tijdens onze lunch zit hij rustig te wachten en wil geaaid worden. Is dat wel een goed idee? Dat beest moet terug naar zijn baasje. We kunnen niet even teruglopen, want waar moeten we 'm heen brengen? De hond zal zijn weg ongetwijfeld weer terugvinden, zeggen we tegen onszelf. 17 Kilometer later, aangekomen bij ons hotel heeft de border collie óns in de steek gelaten. Hoe moet dat nou? De hotelbaas vertelt dat zo’n achtervolging heel gebruikelijk is en hij drukt ons op het hart ons geen zorgen te maken. Die hond vindt zijn weg heus wel terug.

Opgelucht zijn we, maar tegelijkertijd moeten we ons ongerust maken over onze bagage. Die blijkt niet aangekomen!